• Palotti (Nathan de Bruijn), met achter zich één van zijn meest opvallende werken.
• Palotti (Nathan de Bruijn), met achter zich één van zijn meest opvallende werken. Foto: Geurt Mouthaan

Op de rand van wereldroem

Tienduizenden mensen die zijn afstudeerkunstwerk bewonderden op Lowlands, een solo-expositie, een 'eigen' galerijhouder, belangstelling van toonaangevende musea; het gaat de jonge kunstenaar Pallotti voor de wind. Zijn wortels liggen, ondanks de exotische artiestennaam, in Noordeloos, de plaats waar hij tot zijn 23e onder de naam Nathan de Bruijn woonde.

Natuurlijk, hij had een wensenlijstje toen hij begon aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Maar een jaar of vijf later kan hij met bovenstaande opsomming eigenlijk alles al afvinken wat hij voor dit punt in zijn carrière in gedachten had. Het is het resultaat van een mix van hard, heel hard werken én een snuifje geluk. Centraal daarin stond het huren van een ruimte op de Dutch Design Week, een toonaangevend evenement in de kunstscene. "Dat deed ik omdat we vanwege corona onze afstudeerprojecten niet konden laten zien. Er was alleen een online presentatie, maar daar kijken hooguit de docenten naar. Tien dagen lang ben ik heen en weer gereden naar Eindhoven, want je moet jezelf dan ook laten zien."

Voor de goede orde: het was geen prominente plek. Voor 250 euro stond hij ergens achterin. Maar het bleek een gouden investering, want het leverde het contact met zijn galeriehouder én een plek op Lowlands op. "Er kwam een man binnenlopen, die zeer geïnteresseerd bleek. Ik had geen flauw idee wie hij was en vroeg hem daarnaar. 'Ik ben directeur van een festival', antwoordde hij. Dat vond ik al heel tof, maar vervolgens ging hij verder: 'Van Lowlands'. Toen dacht ik echt: 'What the fuck, wat overkomt mij nu?'."  Eric van Eerdenburg, de directeur in kwestie, bleek heel enthousiast. Of Pallotti in zijn eigen stijl ook een ei van veertien meter hoog kon maken? "Dat bleek kostentechnisch niet uit te komen, maar het plan hebben we nog steeds. Uiteindelijk mocht ik op het afgelopen festival mijn afstudeerwerk in een glazen zeecontainer laten zien. Zo mooi: als zelfs maar de helft van de bezoekers het gezien heeft, dan is dat al fantastisch."
Een dromerig jochie, dat was Pallotti als kind, maar die dagdromen gingen niet over kunstenaar worden. "Cultuur kwam in mijn opvoeding niet voor. Dat er een kunstacademie bestond, daar had ik geen idee van." Zijn keuze viel na de middelbare school op een MBO-opleiding Bouwkunde. De overstap naar een artistieke loopbaan maakte Pallotti naar aanleiding van een uitzending van het tv-programma Kunstuur. "Daarin ging het over de Gerrit Rietveld Academie, de hogeschool voor beeldende kunst in Amsterdam. Ik wist meteen: daar hoor ik thuis. Als architect ben je alleen bezig om blokkendozen voor klanten te maken, terwijl je als vormgever prachtige dingen kunt maken zonder beperkingen, met honderd procent vrijheid. En als kunstenaar kun je mensen inspireren, krijg je écht waardering. 'Wat maak jij fantastisch werk.' Zo'n reactie, dat vind ik heel gaaf."

Hij maakte de overstap, kwam terecht op de HKU in Utrecht en ging daar aan de slag met een materiaal dat hij had leren kennen bij Bouwkunde. Isolatiemateriaal; vederlicht en met een hete straal gemakkelijk in alle mogelijke vormen te 'snijden'. Pallotti maakt er opvallende werken van: tot in het extreme volgebouwde steden, waarin geen ruimte meer lijkt te zijn voor mensen. "Daarin zie je mijn vorige opleiding terug. Ik ben een architect met bouwschaamte", lacht hij.

Het zijn aan de ene kant kijkplaatjes, waarin je steeds weer nieuwe onderdelen ontdekt. Zo zie je in zijn afstudeerwerk een molen, helemaal omgeven door andere gebouwen, zonder enige mogelijkheid om te draaien. "Daar houd ik van. Zelfs voor kinderen is dit aantrekkelijk. Kunst moet toegankelijk zijn." Aan de andere kant zijn ze onheilspellend, tonen ze een dystopisch toekomstbeeld. "Ik denk echt dat we het risico lopen naar zo'n wereld toe te gaan. Kijk maar naar hoeveel er in de afgelopen honderd is bijgebouwd. Als je het huidige Nederland zou laten zien aan de mensen van toen, hadden ze het ook niet kunnen geloven."

Elk onderdeel maakte hij met de hand. "Het arbeidsintensieve aspect is in de kunstwereld niet meer zo sexy", stelt Pallotti. "Maar ik ben ook wat dat betreft graag tegendraads. Voor mij is één van de kenmerken van een kunstwerk dat het niet gereproduceerd kan worden. Al mijn werken zijn uniek. Zelfs als ik het zou willen, zou ik hetzelfde werk niet nog een keer kunnen maken. Het bouwen gaat bij mij puur intuïtief. Vooraf heb ik geen enkel plan welke kant het opgaat."
Dat geldt eveneens, zij het in mindere mate, voor het verdere verloop van zijn carrière. Want de start is veelbelovend, maar worden die beloftes in de toekomst ook waargemaakt? Aan zijn inzet zal het niet liggen. Investeren is voor hem het sleutelwoord. "Ik heb voor een bedrag van vijf cijfers mijn eerste werk kunnen verkopen. Dat geld heb ik gebruikt om deze zegelring met mijn logo te laten maken. Daarmee kan ik mijn signatuur op al mijn creaties plaatsen." Hij lacht even. "Tegelijkertijd is het zelfspot. Ik heb een haat-liefdeverhouding met decadentie en daar past deze dure zegelring helemaal in."

'Zelfs voor kinderen zijn mijn werken aantrekkelijk'

Hij vervolgt: "Samen met mijn vriendin woon ik in een woongroep in Nieuwegein, heel goedkoop. Soms verkoop ik iets voor de vaste lasten, verder gaat al mijn tijd en geld naar mijn kunstdroom. Ik wil nooit meer wat anders dan dit. En over vijf jaar? Dan hoop ik ook internationaal naam gemaakt te hebben. Maar eigenlijk vind ik juist deze fase heel mooi. Nu kopen mensen mijn kunst puur omdat ze het mooi vinden, niet als een investering omdat ze een opkomende kunstenaar zien."

Dat hij überhaupt over een bestaan als wereldberoemd kunstenaar kan dromen, had hij in zijn jeugd nooit verwacht. "Ik kon op school niet goed meekomen, heb een aantal jaar in Bleskensgraaf op het speciaal onderwijs gezeten. Daar werd ik met zo'n busje naar toegebracht. Ik dacht oprecht dat ik een dom kind was. Maar ik heb de ladder langzamerhand toch kunnen beklimmen. Nu ben ik al best hoog gekomen en ik weet zeker dat ik de top van die ladder nog niet heb bereikt."