• Jan Stouthart op de Joodse Begraafplaats in het Westdampark.
• Jan Stouthart op de Joodse Begraafplaats in het Westdampark. Foto: Paul van den Dungen

‘Plek die nieuwsgierigheid opwekt’

Algemeen

WOERDEN • De Joodse begraafplaats in het Woerdense Westdampark is met Open Monumentendag opengesteld voor het publiek. 

Wie een kijkje wil nemen, kan dat zondag 11 september tussen 13.00 en 17.00 uur doen. “Op zaterdag is het sabbat, de wekelijkse rustdag in het Jodendom”, legt Jan Stouthart uit. “Vandaar dat we een dag later de opening hebben gepland. We vragen bezoekers bij de ingang om een keppeltje op te zetten, iets dat verplicht is wanneer je een - voor Joden - religieuze plek bezoekt. Ik ben een hele doos vol keppeltjes, dus mensen hoeven er geen mee te nemen.”

Metaheerhuisje
De begraafplaats, die 38 grafstenen telt, is omgeven door een twee meter hoge muur, met als ingang het metaheerhuisje. Dit huisje werd vroeger gebruikt voor het ritueel reinigen van overledenen. Nu zit de deur vrijwel altijd op slot. Stouthart, die namens de interkerkelijke werkgroep Kerk en Israël sleutelhouder is, krijgt hooguit één keer per jaar het verzoek om die - op afspraak - te openen. “Meestal gaat het om mensen met een Joodse achtergrond die de begraafplaats willen bezoeken.”

Dat -ie nu ook voor alle belangstellenden open gaat, is dan ook best bijzonder. Stouthart verwacht dan ook dat de belangstelling groot zal zijn. “Ik reken op zo’n 200 à 250 bezoekers. Het is een plek die bij veel inwoners van Woerden toch wel nieuwsgierigheid opwekt. Er schuilt ook een bijzonder verhaal achter, dus het is de moeite waard om langs te komen.” 

De Joodse gemeenschap in Woerden is nooit groot geweest. Op het hoogtepunt in 1849 woonden er zo’n tachtig Joden in de stad. Stouthart: “In de Franse tijd (1794-1814) kregen zij wat meer vrijheid. Vanuit Amsterdam verspreidden Joden zich richting Utrecht, om daar als handelaar of koopman aan de slag te gaan. Zo belandden ze ook in Woerden. Maar wie zonder vergunning handelde, verdween in de gevangenis die in het kasteel was gevestigd. Daar werden ze vaak ingezet als goedkope arbeidskrachten.” 

Vuilnisvaalt
Voor hun onderhoud waren de Joodse gedetineerden aangewezen op familieleden die - noodgedwongen - ook in Woerden kwamen wonen. Als een Joodse gedetineerde overleed, moest die naar Gouda om te worden begraven. Een dure aangelegenheid. In 1856 kreeg de Joodse gemeenschap een stukje grond langs de Singel toegewezen om een begraafplaats op aan te leggen. “Dat terrein lag direct naast een vuilnisvaalt waar ook de mest van de stad werd gelost. Dat zegt wel wat over hoe men over Joden dacht in die tijd.” De laatste begrafenis op de begraafplaats vond plaats in 1973.

Aan de begraafplaats is de laatste jaren groot onderhoud gepleegd. De stenen zijn schoongemaakt en de letters opnieuw beschilderd. Op kosten van de gemeente zijn ook de muur en het metaheerhuisje opgeknapt. “De gemeente heeft een zorgplicht”, zegt Stouthart. “Die taak nemen ze gelukkig heel serieus, dus ligt het er netjes bij. Het plan is om een stichting op te zetten, om het onderhoud van alle gesloten begraafplaatsen in de gemeente onder te brengen. Daarover zijn we nog in overleg met de gemeente.”