‘Ben blij om weer op het veld te staan’
SportWOERDEN • Zaterdagmiddag verscheen de naam van Jorn van Lunteren op het wedstrijdformulier van SC Woerden. Nu zijn overschrijving is afgerond kan trainer Mike Doornkamp hem naar hartenlust inzetten.
Vlak voor het seizoen liet Van Lunteren zijn contract bij Sportlust ’46 ontbinden. Zaterdag speelde hij, voor het eerst sinds lange tijd, weer negentig minuten. Nu voor SC Woerden. “Het was leuk”, vertelt Van Lunteren enthousiast. “Ik was blij weer op het veld te staan. Hier kan ik elke week voetballen en daar gaat het voor mij om.”
Helpen
Het duurde even voordat de overstap was afgerond, “maar ik ben blij dat het gelukt is. Ik heb het hartstikke naar mijn zin en probeer de jongens op dit niveau te helpen”, aldus Van Lunteren die bij de blauw-witten ook te maken heeft met zijn broer. “Ik denk daar niet heel erg aan. Het is gewoon een teamgenoot wanneer we op het veld staan. Die knop gaat ook automatisch om. Het is natuurlijk wel leuk om samen naar de club te gaan en in de kleedkamer te zitten.”
Lang heeft Van Lunteren niet meer mee gemaakt dat tegenstanders zich aanpasten aan hem. Vervelend op het moment zelf, maar achteraf toch ook weer prettig. “Bij IJFC kenden enkele spelers mij, dus er heeft negentig minuten lang een speler in mijn nek lopen hijgen. Ik vroeg hem ook nog of hij straks mee naar de auto ging. Dat was wel extreem, maar het was dus vooral leuk om weer te spelen. Ook wel zwaar, omdat ik de afgelopen jaren weinig heb kunnen voetballen. Er zitten twee coronajaren bij en ik heb ook enkele blessures gehad.”
Training
Voor de middenvelder is SC Woerden niet onbekend. Hij heeft er in het verleden al training gegeven en zal ook dit jaar zijn ervaring willen overbrengen op de overwegend jonge groep. “Ze kunnen wel wat ervaring gebruiken, maar aan de andere kant wil ik ook als teamgenoot gezien worden. Je probeert gewoon positief te zijn en sommige jongens heb ik dus nog training gegeven. Ik kijk er vooral naar uit weer wekelijks te kunnen voetballen en dat lukt bij SC Woerden.”
Nik Mandemakers