Oppositie stemt tegen begroting Woerden

woerden • De begroting van de gemeente Woerden voor 2023 is donderdagavond aangenomen. Maar van harte ging dat niet. Alle aanwezige oppositiepartijen stemden om uiteenlopende redenen tegen. 

Zo had de VVD moeite met de verhoging van de onroerende zaakbelasting. Die is sinds 2018 met zo'n 38 procent gestegen. "Ik vind dat onacceptabel en onuitlegbaar", verklaarde fractievoorzitter Florian van Hout." De verhoging voor volgend jaar bedroeg 12,2 procent, maar werd - na het aannemen van een motie - teruggebracht naar 9,2 procent. 

Volgens Birgitte van Hoensel (D66) barst het college van de grote ambities. Maar of die financieel gedekt zijn is sterk de vraag. "Het gaat om miljoenen die als blanco cheque in de begroting zijn opgenomen." Ook Hendrie van Assem (Inwonersbelangen) vindt dat het college een pas op de plaats moet maken, zeker nu steeds meer inwoners moeite hebben om rond te komen.

Reem Bakker van Woerden&Democratie maakt zich ernstige zorgen over de oplopende schuld van de gemeente Woerden. Die zou in 2030 op een bedrag van 270 miljoen euro uitkomen. "En dan zijn gemeentelijke ambities, zoals de aanleg van de oostelijke randweg, bouw van een nieuw zwembad en herinrichting van het stationsgebied, nog niet eens in de berekeningen meegenomen." 

Job van Meijeren (CDA) is minder ongerust. Hij wees Bakker erop dat de gemeente de afgelopen periode ieder jaar geld heeft overgehouden. "U maakt van prognoses een feit. Dan doen wij niet." Hij erkende dat Woerden een relatief hoge schuldenpositie heeft, "maar dat komt ook omdat we de komende jaren veertig miljoen euro investeren in (de nieuwe wijk) Snellerpoort."