• Bezoekers in Dorpshuis Harmelen nemen een kijkje bij de expositie over de treinramp.
• Bezoekers in Dorpshuis Harmelen nemen een kijkje bij de expositie over de treinramp. Foto: Jos Didden

Expositie treinramp in Dorpshuis Harmelen

Algemeen

HARMELEN • De expositie over de treinramp bij Harmelen die eerder in het Spoorwegmuseum was te zien, is nu in het dorp zelf te bekijken. 

8 januari 1962 is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Harmelen. Op die dag botsten ‘s morgens vroeg in dichte mist twee treinen bij De Putkop frontaal op elkaar. Eén trein was om 09.15 uur met 180 passagiers uit Woerden vertrokken. De andere trein reed in de richting Woerden. Daarin zaten 900 passagiers. Bij de ramp komen 93 reizigers om het leven. Ruim vijftig anderen raken zwaargewond. Afgelopen zaterdag was in Dorpshuis Harmelen de opening van de expositie over de treinramp, die er tot eind februari zal staan. 

Gerrit Boes is lid van de Stichts-Hollandse Historische Vereniging (SHVV) en verzamelt al lange tijd spullen van de treinramp. De inwoner van Harmelen kan zich de gebeurtenis nog goed herinneren. “Ik werkte bij mijn vader in een kruidenierszaak, zo’n zeshonderd meter van het ongeluk vandaan. We hoorden een harde klap. Het was erg mistig, maar we hadden gelijk het idee dat er een ongeluk was.” De toen 18-jarige Gerrit hielp mee met het wegdragen van de gewonden.

Indrukwekkend
Bij de opening van de expositie waren zo’n zestig genodigden aanwezig. “Het was heel indrukwekkend met mensen die de ramp allemaal op een andere manier beleeft hebben”, vertelt Ellen Vossen, sociaal beheerder van het dorpshuis. “Er waren inzittenden, omwonenden, brandweerlieden die toendertijd aanwezig waren, artsen die geholpen hebben, onderzoekers die de ramp onderzocht hebben en ga zo maar door.” 

De opening die vol verhalen zat, zorgde voor verschillende emoties. “Er waren in totaal acht sprekers en iedereen heeft anderhalf uur lang ademloos zitten luisteren. Iedereen was heel respectvol.” Gerrit Boes zag wel dat iedereen anders op de verhalen reageerde. “Er was een man die als brandweerman de ramp had meegemaakt. Die had het er nog steeds erg zwaar mee. Zijn vrouw vertelde ook dat hij de eerste twee weken na het ongeval geen woord kon zeggen, zo in shock was hij.”

De expositie is direct rechts bij de ingang van het dorpshuis te aanschouwen. Er zijn onder meer allerlei verschillende krantenartikelen te vinden, zowel van de afgelopen jaren als van het rampjaar. Ook liggen er boeken over de ramp. Zo ook Het IJzeren Paard, aangeleverd door Gerrit Boes. “Dat boek heb ik ontvangen van de spoorwegen vanwege mijn hulp. Ik vond het een mooi aandenken en mooi dat die in de expositie terecht is gekomen.” 

Chaos
Ook zijn er onder andere ervaringsverhalen te lezen. Zo hielp Theo Vreeswijk bij het wegtillen van gewonden. “Ongeveer vijftien á twintig minuten na het ongeluk waren we bij de trein. Het was één en al chaos. Ik ben met drie militairen, die in de trein naar Rotterdam hadden gezeten, gaan dragen.” Er is ook een mini-docu over de ramp te zien. Hierin vertelt André Smeding, overlevende van de ramp, zijn verhaal. “We klommen uit het raampje van de trein en zagen allemaal doden liggen. We hebben nog een meisje van tien kunnen redden.” 

Voor de expositie stelde het Spoorwegmuseum in Utrecht spullen ter beschikking. “Dat doet het museum niet heel vaak, maar voor ons wilden ze een uitzondering maken”, zegt Vossen. “Bijvoorbeeld een snelheidsmeter uit de trein is natuurlijk uniek. Als die beschadigt, heb je wel een probleem. Daarom was het ook niet in een paar weken geregeld.” 

Items
Om de expositie mogelijk te maken in Dorpshuis Harmelen, namen de initiatiefnemers begin oktober contact op met het Spoorwegmuseum. “We hebben gevraagd wat er mogelijk was. Toen dat redelijk de goede kant op ging, hebben we inwoners van Harmelen via de media gevraagd of ze nog items hadden die herinneren aan de treinramp.” Die oproep leverde interessant materiaal op, waaronder foto’s van een bezoek dat koningin Juliana bracht aan slachtoffers in het ziekenhuis in Woerden.

Na 28 februari gaan de spullen terug naar het Spoorwegmuseum. Een deel van het aangeleverde materiaal krijgt een plek in het MIX-museum van Gerrit Boes aan de Dorpsstraat.

Bram Immerzeel