• Gerard van der Vlist toont zijn Elfstedenbrevet.
• Gerard van der Vlist toont zijn Elfstedenbrevet. Foto: Floris Bakker

Gerard van der Vlist (80) reed in 'de hel van ‘63'

‘Onderweg nam ik af en toe een hap sneeuw'

Met pijn in het hart heeft Gerard van der Vlist (80) uit Woerden deze maand zijn lidmaatschap van De Friesche Elf Steden opgezegd.

De tafel in de woonkamer van zijn huis langs de Singel ligt vol spulletjes die herinneren aan de tocht der tochten. Stempelkaarten, krantenknipsels, drie Elfstedenkruisjes en een boek van de Friese Elfstedentocht van 1963. Op 18 januari is het precies zestig jaar geleden dat hij meedeed aan die barre tocht, nu vooral bekend als ‘de hel van ‘63’. Voor Van der Vlist een mooie aanleiding om zijn ‘schaatsend’ lidmaatschap van De Friesche Elf Steden op te zeggen. De afstand van bijna 200 kilometer is niet eens het probleem. “Dat red ik wel”, zegt de Woerdenaar zelfverzekerd. “Ik sta in de winter nog wekelijks op de schaatsbaan, maar tijdens de Elfstedentocht is er altijd een risico dat je valt en iets breekt. Dat risico wil ik op mijn leeftijd niet meer nemen.”

Nieuw-Guinea

Van der Vlist reed veel later nog de Elfstedentochten van ‘85, ‘86 en ‘97. Toch staan vooral de herinneringen aan die eerste tocht in zijn geheugen gegrift. Veel tijd om zich voor te bereiden op die tocht had hij niet. “Ik was in november ‘62 teruggekeerd uit Nieuw-Guinea waar ik als dienstplichtige zeven maanden had gezeten. Met een paar maten uit het leger ging ik trainen op een ijsbaan in de buurt van de kazerne. Tijdens mijn verlof begon het te vriezen en schaatsten we op de Nieuwkoopse Plassen. Dat waren tochten van zo’n 75 kilometer. De 200 kilometer had ik toen nog niet in de benen.”

Een dag voor de Elfstedentocht neemt Van der Vlist de trein naar Leeuwarden waar hij de nacht doorbrengt in de kazerne. ‘s Morgens zit hij al vroeg aan het ontbijt: pap en wat brood. “Daarna ben ik me snel gaan aankleden. Ik trok een lange onderbroek aan met daarover een maillot en een lange wollen broek. Daarboven m’n militaire jas. Mijn gezicht en voeten smeerde ik in met vaseline, om me te beschermen tegen de kou. En ik droeg een bivakmuts en trok overschoenen over mijn schaatsen heen.” Dat was wel nodig, want de temperatuur daalt die dag naar 14 graden onder nul. “Een heel verschil met Nieuw-Guinea waar het af en toe 40 graden boven nul was.”

Hap sneeuw

'Ik heb de route ook dertig keer gefietst en een keer gewandeld'

In de starthal krijgt hij zijn startkaart uitgereikt en een lunchpakketje mee. “Zelf had ik nog een zakje studentenhaver bij me en wat druivensuiker. Nee, drinken hoefde ik niet mee te nemen. Onderweg nam ik af en toe een hap sneeuw.” Om 07.15 uur klinkt het startschot en rijdt Van der Vlist in het pikkedonker het ijs van de Swette op. Samen met een maat met wie hij samen wil schaatsen. “Ik was nog nooit in Friesland geweest en kende de route niet, dus was het handig om samen te rijden. Maar na een kwartier was ik ‘m al kwijt. Hij kon weer aanhaken, maar 10 minuten later zag ik ‘m niet meer. Toen ben ik maar achter iemand op houten schaatsen aan gaan rijden. Die had namelijk een zaklamp bij zich. Toen het licht werd, ben ik ‘m gepasseerd en alleen verder gereden.”

Na 100 kilometer wordt Van der Vlist net voor Bolsward van het ijs gehaald. “Het was heel slecht weer met sneeuw en een harde wind. ‘Onverantwoord om door te gaan’, zo kregen we te horen. Sommigen probeerden nog een stempel te krijgen, om stiekem door te rijden naar Harlingen. Maar dat lukte ze niet. Friezen zijn wat dat betreft heel nuchter: nee is nee.” Gek genoeg vond Van der Vlist het niet eens zo erg. “Ik dacht: ‘volgend jaar doe ik gewoon weer mee’. Niet wetende dat de volgende Elfstedentocht pas weer in 1985 zou plaatsvinden.”

Die tocht reed hij, net als de tocht van ‘86, met zijn broer Ton. In 1997 stond Van der Vlist met zijn dochter Ingrid aan de startstreep. "Die laatste keer was echt geweldig”, herinnert hij zich nog goed. "Bij Dokkum hebben we een half uur aan de kant gezeten, gewoon om te genieten van het sfeertje dat er hing.” Die tocht van 26 jaar geleden is nog altijd de laatst gereden Elfstedentocht.
Van der Vlist heeft zijn Elfstedenkruisjes keurig opgeboren in een schoenendoos. Driemaal de tocht der tochten op schaatsen volbrengen, is een bijzondere prestatie. "Zeker”, zegt de 80-jarige Woerdenaar. "Maar ik heb de route ook dertig keer gefietst en een keer gewandeld. En ook nog een keer op een klassieke Harley Davidson. Dit jaar ga ik proberen om de route op een Solex af te leggen.”

Elfstedenbrevet

Dat Van der Vlist de route schaatsend, fietsend én wandelend heeft afgelegd leverde hem het Elfstedenbrevet op. Iets dat ‘maar’ 1.200 mensen is gelukt. “Die groep kan pas wat groter worden als er weer eens een Elfstedentocht op ijs kan worden verreden.” Of dat laatste snel gaat gebeuren? Van der Vlist twijfelt. “Het zou natuurlijk prachtig zijn, want de tocht zet het hele land op z’n kop. Als -ie dit jaar doorgaat, kan ik nog meedoen! De contributie is namelijk al van m’n rekening gehaald.”