Liefs uit Berlijn

regio • Het is weer 4 en 5 mei. Naast de herdenkingen en feestelijkheden, is het goed aandacht te besteden aan een thema dat weinig aan bod komt: dwangarbeid in de Tweede Wereldoorlog. In de 19e eeuw werd de slavernij in Europa verboden. Maar halverwege de 20ste eeuw trekt het naziregime van Hitler zich hier niets van aan.

Omdat steeds meer mannen nodig zijn voor het leger, ontstaat in Duitsland een groot gebrek aan mankracht. Dit wordt opgelost door grote aantallen dwangarbeiders in te zetten. Naar schatting worden 26 miljoen dwangarbeiders uit de bezette landen in eigen land of in Duitsland tewerkgesteld. Naarmate de oorlog vordert, worden ook mannen uit West-Europese landen gedwongen voor de Duitsers te werken. Circa 600.000 Nederlandse jongemannen (1 op de 8 mannen!) overkomt dit lot. Na de oorlog kent bijna iedereen wel iemand uit zijn directe omgeving die voor kortere of langere tijd als dwangarbeider voor de Duitsers heeft gewerkt. Het wordt ze meestal niet in dank afgenomen. Bij terugkomst wordt hen regelmatig gevraagd of ze niet hadden kunnen weigeren of onderduiken. Maar waar kan je met zo'n groot aantal onderduiken? 

Het boek Liefs uit Berlijn dat Ton Maas over zijn vader Kees schreef gaat juist over deze verzwegen geschiedenis. De net 20-jarige Kees Maas, werkzaam bij Philips in Eindhoven, wordt in maart 1943 naar Duitsland gestuurd. Hij wordt tewerkgesteld bij Telefunken in Berlijn. In tegenstelling tot hun lotgenoten uit Oost-Europa mogen dwangarbeiders uit het westen het kamp uit. Er valt van alles te beleven in Berlijn met veel restaurants, bioscopen en andere uitgaansgelegenheden. Maar dat wordt steeds minder leuk omdat er steeds meer bommen vallen. Wat niet de bedoeling is, gebeurt toch. Kees wordt verliefd op een Duits meisje, Martha Kopka. Liefs uit Berlijn (Lecturis/DATO € 25,-) is een indrukwekkend verhaal van oorlog, hoop en liefde.